ziekte van Lyme

Een van mijn patiënten belde mij vorige maand op, wat paniekerig. Haar zoontje was gebeten door een teek. Ze ontdekte het beestje toe ze Pim na het douchen afdroogde. Hij speelt veel buiten, en teken kunnen in laaghangende struiken of bomen zitten, waardoor je ze gemakkelijk op kunt lopen.

borellia-bacterie

Op zich is een tekenbeet geen reden tot zorg. Als je een teek vindt, kun je deze het beste met een spitse pincet of een tekentangetje de verwijderen. Dat is wat Lisette, de moeder van Pim ook deed. En vervolgens ging ze piekeren: hoe lang had haar zoontje de teek bij zich gehad? Was hij de laatste tijd niet wat hangerig en lusteloos? Wat nu als de teek besmet was? Zou hij dan de ziekte van Lyme kunnen krijgen?
Ik stelde haar voor dat ze bij mij langs zou komen. Met behulp van bioresonantie kan ik testen of er sprake is van een besmetting met de borellia-bacterie, dit is de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Daarnaast adviseerde ik haar langs haar huisarts te gaan om haar zorgen over de gezondheid van haar zoontje met hem te bespreken.
Als er aanleiding voor was, zou de huisarts besluiten tot een bloedtest. Mocht deze positief zijn voor een borellia-besmetting, dan volgt een antibioticakuur. Bij een recente besmetting is dit vaak voldoende. Echter, niet altijd wordt een tekenbeet en eventuele besmetting opgemerkt.

Ik zie veel mensen in de praktijk, die al langer durende spier- en gewrichtsklachten hebben, of een onverklaarbare vermoeidheid, bij wie ik bij het testen een besmetting met de borellia vaststel. Bloedonderzoek had bij een aantal van niets aangetoond. Bij deze patiënten ga ik de energie opbouwen en de weerstand aansterken, om daarna met behulp van de Bicom de bacterie uit te schakelen.

Lisette kwam met Pim, we gingen testen en het bleek, gelukkig, negatief. De huisarts prees haar om haar bezorgdheid, maar zag geen aanleiding bloedonderzoek te doen. Pim had een virus, waar hij na een week van opknapte.

© Hanneke Visser